Taalverwervingsproces
In het taalverwervingsproces van een kind onderscheiden we twee perioden:
voordat een kind zijn eerste woordjes spreekt.
- produceren geluiden (Baba)
Belangrijk in de taalontwikkeling is vorm van communiceren naar het kind.
De prelinguale fase start na de geboorte met huilen
↓
Vocaliseren: Klanken produceren en herkennen
↓
Vocaal spel: experimenteren met klanken (medeklinkers)
Er ontstaat interactie tussen kind en volwassenen hierdoor leert een kind de basis van taal. Na 7 maanden begint het brabbelen een kind herhaalt klank groepen.
- Klankgroepen zonder betekenis
↓
De klanken gaan steeds meer op echte woorden lijken
Tijdens de prelinguale periode oefenen kinderen:
- De articulatie (uitspraak)
- Klankstructuur van taal
- Zinsmelodie
- communiceren met anderen.
De prelinguale periode en de vroeglinguale periode bestaan in de taalontwikkeling vooral uit:
- Fonologisch niveau (Uitspraak)
- Semantisch niveau (Betekenis)
- Syntactisch niveau ( Volgorde)
De tweede fase in de taalontwikkeling is de de linguale periode hieronder vallen de:
- de vroeglinguale periode (1-2,5 jaar)
- de differentiatiefase (2,5 - 5 jaar)
- de voltooiingsfase (5-9 jaar)
De linguale periode: een kind gaat woorden en zinnen als communicatiemiddel gebruiken.
De linguale periode heeft 3 fase:
- Brabbelen -> betekenis vol taalgebruik
- eenwoordzin (1 jaar) eigenschap toekennen voorbeeld: kachel = warm.
↓
Tweewoordzinnen (1,5 jaar) woorden combineren (kleine zinnen)
↓
Meerwoordzin (2 jaar) zinnen van meer dan twee woorden.
De actieve woordenschat bestaat vooral uit:
2. Differentiatiefase (2,5 - 5 jaar)
Taalgebruik gaat lijken op dat van volwassenen
- Morfologisch: opbouw van woorden
- Pragmatisch: Gebruik van woorden
Ze kunnen taal gebruiken zonder concrete context en spreken over dingen die niet in de directe omgeving voorkomen.
-> Komt voor in de kleuterleeftijd de leefwereld bereidt zicht uit dus het taalaanbod ook.
Kinderen ontdekken in de differentiatiefase nieuwe woordsoorten:
- Bijwoorden
- Lidwoorden
- Voegwoorden
Kinderen leren dat de vorm van een woord belangrijk is: Morfologie
- Kinderen leren neologismen= nieuwe niet bestaande woorden
- Kinderen denken hierbij na over taal.
De differentiatiefase (2,5-5 jaar)
Taalgebruik gaat lijken op dat van volwassenen.
-> komt voor in de kleuterleeftijd de leefwereld bereidt zich uit dus het taalaanbod ook.
Kinderen ontdekken in de differentiatiefase nieuwe woordsoorten
Kinderen leren dat de vorm van een woord belangrijk is= morfologie (vorm)
-> kinderen denken hierbij na over taal.
3. De voltooiingsfase ( 5- 9 jaar)
In de voltooiingsfase worden de processen uit de differentiatiefase uitgebouwd.
In de voltooiingsfase gaat de taalontwikkeling niet meer spelenderwijs.
Vorige begrip: De eerste taalverwerving
Volgende begrip: Tweede taalverwerving
Terug naar Domein Mondelinge taalvaardigheid
Oefentoets: Mondelinge taalvaardigheid