Stelvaardigheden:

Een belangrijke vaardigheid bij het stellen is de motorische schrijfvaardigheid. Andere vaardigheden zijn.

1. Bepalen doel, publiek en tekstsoort

- Schrijven is een vorm van communicatie: zender - boodschap - ontvanger.

Tekstdoelen:

- Informeren (feiten)

- Overtuigen (argumenten)

- Amuseren

-Instrueren

    2. Verzamelen, selecteren en ordenen van de inhoud:

Hoe je aan de inhoudelijke informatie komt.

- Bronnen uitkiezen.

-Informatie selecteren= wat is nu echt belangrijk?

-> denkend schrijven

    3. Structureren van de tekst:

Informatie in een bepaalde volgorde aanbieden = opbouw van de tekst

- Inleiding - Kern - Slot

Tekststructuren:

1. Stapelstructuur: tekst met losse onderdelen zonder zichtbare samenhang. (telefoonboek, boodschappenlijst).
2. Verhaalstructuur: tekst waarin personages opeenvolgende gebeurtenissen meemaken.
3. Betoogstructuur: mening/ standpunt wordt ondersteund met argumenten.

  4. Formuleren: verwoorden van de inhoud.

- Ideeën, ervaringen, emoties en beelden in woorden

-Stileren= hanteren van een bepaalde schrijfstijl.

- Coderen= Toepassen van taalregels grammatica.

  5. Reviseren: herlezen van de tekst

- Kritisch lezen en beoordelen

- Aanpassen van de tekst

   6. Verzorgen van de tekst:

- Lay-out

- Indeling in paragrafen

- Gebruik van illustraties

- Verschillende lettertypen of duidelijk handschrift.